Wat is babyverlies?

door | jun 19, 2020 | Blog | 2 reacties

Er zijn nogal wat verschillen van mening over wat babyverlies nou precies inhoudt. Wanneer spreken we van een miskraam? En bij welke termijn spreken we van een foetus en wanneer van een baby? De afgelopen jaren heb ik gemerkt dat al deze termen gevoelig liggen.

Mijn zoontje overleed onverwacht bij de bevalling na een zwangerschap van 41 weken. Toen ik daarna opnieuw zwanger was en iemand vroeg ‘of het heel spannend was na mijn miskraam’ sprong ik zo ongeveer uit mijn vel. Een voldragen baby een miskraam noemen is bijzonder pijnlijk voor ouders, maar gebeurt in de praktijk helaas nog vaak. Veelal bij ouders die een te vroeg geboren baby verliezen.

De term miskraam is behoorlijk ingeburgerd. Officieel spreken we tot 12 weken van een miskraam, maar als je een kindje in je handen hebt met 11 weken waar alles al aan zit, voelt dat vaak niet goed. Sommigen spreken dan ook liever over pril zwangerschapsverlies.

Als een baby in de buik overlijdt of tijdens de bevalling levenloos ter wereld komt, noemen we dit vaak een stilgeboorte. Dat klinkt een stuk vriendelijker als doodgeboren, al vinden anderen dat dan wel weer duidelijker naar de buitenwereld toe. Ik heb wel eens iemand ontmoet die me glazig aankeek toen ik vertelde dat mijn zoontje stilgeboren is. Ze had werkelijk geen idee wat ik daarmee bedoelde.

Ik was vorig jaar op een seminar voor zorgprofessionals over perinatale sterfte. Een arts-onderzoeker sprak over abortus bij de afbreking van een gewenste zwangerschap voor de 24 weken in verband met een aangeboren afwijking. Vanuit medisch oogpunt heeft hij gelijk, maar voor ouders is het vaak extra kwetsend om een soms gedwongen onmogelijke keuze uit liefde een abortus te noemen.

In de medische wereld wordt er veel gesproken over perinatale sterfte. Als ik kijk op Wikipedia staat daar: ‘perinatale sterfte is de term die gebruikt wordt als een foetus vanaf 22 weken zwangerschap komt te overlijden, of als een baby in de eerste 7 dagen na de geboorte overlijdt.’

Medisch gezien volledig juist. Toch heeft de term foetus een negatieve bijklank. Ouders vinden het zelfs vaak kwetsend. Zij verliezen hun baby, hun kind, en de term foetus doet daar voor hun gevoel geen recht aan.

Als ik spreek over babyverlies dan gaat het in mijn beleving over alle baby’s. Ongeacht de termijn waarmee ze ter wereld komen. Of dat nou met 5 weken of met 41 weken is.

Ik ga zelfs nog een klein stapje verder. Zelfs ouders die een hele sterke wens hebben voor een kindje, maar nooit daadwerkelijk zwanger worden, hebben te maken met babyverlies. Er is geen concreet kindje, maar wel een kind in hun dromen. Deze droom verliezen, betekent het verliezen van een baby die er nooit mocht komen.

En zelfs het woord babyverlies valt niet bij iedereen goed. Sommigen zien het niet als verlies, omdat ze verlies zien als iets dat kwijt is en wat je weer kunt terugvinden. Of ze vinden dat een kind nooit echt weg is, maar in je hart altijd bij je blijft.

Kortom, het is ingewikkeld. Een goed gesprek kan volledig omslaan bij het verkeerde gebruik van één woord. Maar er kan ook veel leed bespaard worden. Door de woorden te gebruiken die ouders zélf gebruiken. En bij twijfel te kiezen voor de minst kwetsende woorden: baby, kindje en als dat mogelijk is de naam van het kindje zelf. Het allerbelangrijkste is om ouders te erkennen als ouders en hun overleden baby te erkennen als hun kind. Ongeacht de situatie of de termijn.

Toen mijn kraamverzorgende binnenkwam en zei: ‘ik ben hier om voor jullie én voor Hugo te zorgen’ had ze me geen groter compliment kunnen geven.