Waarom? Het is een vraag die heel veel ouders bezig houdt na het verliezen van hun baby. Waaróm overkomt ons dit? En waarom overkomt het óns? Wat ging er mis? Het is zo oneerlijk. Dit zijn van die verhalen die je leest in de Viva of die hoort van een nichtje van de vriendin van de buurvrouw. Maar dan blijkt ineens dat je zelf tot de uitzondering behoort.
Ik heb ook geworsteld met de waarom vraag. In eerste instantie omdat er geen duidelijke oorzaak voor Hugo’s dood werd gevonden. Een hele lichte nauwelijks zichtbare verkleining van zijn linkerhartkamer. Nooit gezien op echo’s en waarschijnlijk alleen ontdekt door de autopsie die we na zijn dood lieten uitvoeren. Geen aandoening waar een baby aan sterft nog voordat hij geboren is.
Voordat de uitslagen van alle onderzoeken bekend waren, hoopte ik op een oorzaak. Zodat ik uit kon leggen aan iedereen wat er mis was gegaan. Zodat ik een reden kon geven waarom Hugo niet meer bij ons was. Misschien zelfs wel om mijn eigen schuldgevoel te kunnen verzachten.
Er werd verder niets gevonden. En het tegenovergestelde gebeurde. Ik was opgelucht. Er was niets mis met ons prachtige mannetje. Er was geen genetische afwijking of een ander duidelijk ziektebeeld. Deze uitslag betekende dat ik Hugo’s dood nooit zou kunnen verklaren. Maar het betekende tegelijkertijd ook hoop voor de toekomst. We zouden in een volgende zwangerschap net zoveel kans op een gezond kindje hebben als ieder ander. En daarmee bestempelde ik deze uitslag uiteindelijk als ‘goed’.
Een medische reden lijkt ‘prettig’. Er is een oorzaak. Je kunt er een sticker opplakken. We vinden het fijn om iets te kunnen labelen. Het in een hokje te kunnen stoppen. Soms helpt dat ook echt. Echter, zelfs een medische oorzaak geeft geen antwoord op een dieper liggend waarom. Maar waaróm was er dan iets niet goed?
Eigenlijk is er geen antwoord op de waarom vraag. ‘Because bad things happen to good people’ las ik eens. Ik kan het niet beter zeggen in één zin.
Sommige ouders zoeken het in de spirituele hoek. ‘Omdat wij dit aankunnen’, ‘Het heeft ons ook heel veel gebracht’. Kan ik me ook best in vinden. Het helpt om jezelf overeind te houden, maar het praat uiteindelijk de enorme berg verdriet niet goed.
Maar hoe ga je hier dan mee om? Volgens mij begint het met acceptatie. Dat betekent niet dat je het oké vindt dat je baby is overleden. Acceptatie is niets meer of minder dan het aanvaarden van de werkelijkheid. Accepteren dat de situatie zo is en dat je daar niets meer aan kunt veranderen. Dat je de tijd niet terug kunt draaien. Dat er niets in de wereld is dat je kunt doen om je baby terug te krijgen. Pijnlijk? Ja enorm. Moeilijk? Ja. Maar ook noodzakelijk. Zonder het erkennen van de realiteit, kun je eigenlijk niet echt beginnen aan het rouwproces. Het diepe verdriet voelen dat dit jouw nieuwe werkelijkheid is.
Wat mij heeft geholpen? De vraag omdraaien. Niet waarom, maar waarom niet? Waarom zou het iemand anders wel overkomen en mij niet? Waarom ben ik zo uniek dat mij geen slechte dingen overkomen? Iedereen maakt vroeg of laat verdriet mee in zijn of haar leven. Dit overkwam mij. En daar moet ik mee dealen. Waarom? Omdat ik niets kan veranderen aan het verleden, maar ik wel invloed heb op mijn toekomst. Over hoe ik hiermee omga en op welke manier ik dit meeneem in mijn leven. Pas toen ik dat ontdekte, kwam er ruimte om te rouwen. Hier moest ik het mee doen. Het maakte heel veel los. Maar het gaf ook heel veel rust. Het gevecht met de werkelijkheid was ten einde. En daarmee het gevecht met mezelf.