Het lijkt wel alsof we het alleen maar fout kunnen doen.’ Dit zei een deelneemster aan de scholing die ik aan kraamverzorgenden geef. Ik vertel hierin hoe het is om je baby te verliezen. Hoe het is om een kraamweek te hebben zonder poepluiers, borstvoeding of een huilbaby. Maar ik geef vooral praktische tips om te ondersteunen in deze verdrietige, maar ook dierbare week.
Na mijn lijstje met goedbedoelde opmerkingen die je beter niet kunt maken, zag ik dat de energie een beetje wegzakte. Het gevoel van het alleen maar fout te kunnen doen, bleek bij meerdere deelnemers te heersen.
Ik was blij dat het gebeurde en dat iemand de moed had om haar gevoel uit te spreken. Het gaf me de kans om het uit te leggen. Ik geef altijd een aantal voorbeelden met opmerkingen die hoe goed bedoeld ook, niet altijd even lekker binnenkomen. ‘Gelukkig ben je nog jong’, ‘je kunt in ieder geval zwanger worden’, of ‘gelukkig heb je al een gezond kindje’. Dit zijn slechts een paar voorbeelden. Ik benoem het, omdat ik weet hoe kwetsend het kan zijn en hoe vaak het nog gebeurd.
En toch… toch heb ik liever dat je iets zegt, dan helemaal niets. Dat je het onderwerp ontwijkt, negeert of een ander gangpad in de supermarkt induikt. Zelfs als de opmerking niet heel tactisch is en misschien zelfs bot genoemd kan worden, zelfs dan heb ik respect dat iemand in ieder geval zich inspant om het te proberen.
Dat vertel ik ouders ook vaak. Dat mensen écht hun best doen, maar soms geen idee hebben wat ze moeten doen of zeggen. En dus zeggen ze iets dat heel anders overkomt dan dat het bedoeld was. Daar kun je heel boos of verdrietig over zijn, maar je kunt mensen ook vertellen wat je wél wilt horen en dat je blij bent dat ze er in ieder geval over beginnen.
Omdat dit voor veel ouders hetzelfde is, geef ik graag een aantal tips met zinnen die je wél kunt zeggen.
Een paar voorbeelden. ‘Wat intens verdrietig dat jullie zoontje is overleden’, ‘wat een prachtig meisje’, ‘ik zie zoveel liefde voor jullie zoontje’ of ‘ik kan me niet voorstellen hoe het moet zijn, maar weet dat ik aan jullie denk en met jullie meeleef’.
Het goedbedoelde ‘laat het gerust weten als ik iets kan doen’ lijkt heel empathisch, maar ouders kunnen er niks mee. Geef je directe telefoonnummer waarop je bereikbaar bent als ze vragen hebben, maar bel ze zelf op.
De vraag ‘hoe gaat het?’ is ook moeilijk. Ik wilde zelf wel eens antwoorden: ‘wat denk je zelf, mijn kind is dood’. Vraag daarom ‘hoe gaat het vandaag met je’. Dat geeft veel meer ruimte voor een echt antwoord en een echt gesprek.
Praat het niet goed, verzacht het verdriet niet en geef (nog) geen adviezen. Daarvoor is het nog veel te vroeg. Zeg niet dat het wel goed komt of dat de tijd alle wonden heelt. Erken alle emoties die er zijn en laat die er ook zijn. Of dat nou verdriet, boosheid, liefde of trots is, alles is goed.
En als je even niet weet? Dan zeg je dat je niet weet wat je moet zeggen of laat je een stilte vallen. Ook zonder woorden kun je heel veel troost bieden.