Vlak nadat Hugo was overleden telde ik de dagen dat hij niet meer bij ons was. Iets later telde ik in weken. Daarna werd de 16e van elke maand mijn telmoment. Elke maand was het een beladen dag. Weer een maand voorbij. Het gaf me een soort houvast en het gaf me een reden om even stil te staan bij Hugo. Maar uiteindelijk was de 16e van elke maand net zo verdrietig als de 17e. Of de 15e.
Ik weet nog goed dat Hugo’s eerste verjaardag naderde. De
weken ernaartoe vond ik zo moeilijk. Ik was constant bezig met het idee dat het
dan een jaar geleden zou zijn. Ik had ook het gevoel dat ik dan iets speciaals
moest doen. Iets groots. Iets dat ik dan elk jaar zou herhalen. Ik had alleen
geen idee wat.
Toen het eenmaal zover was, bleek het een normale dag te
zijn. Niet normaal zoals voor Hugo’s dood. Maar mijn nieuwe normaal. Ik was
verdrietig en opgelucht tegelijk. Wat had ik graag een verjaardag met taart en
cadeautjes willen vieren. Dat hadden we alsnog kunnen doen, maar voor mij
hoefde dat niet zo. Het werd een samenzijn met naaste familie bij Hugo’s grafje
waar we ballonnen oplieten. Dat was prima. Het was niet groot en we hebben het
daarna nooit meer gedaan. Maar het was voor die dag goed.
Ik was opgelucht dat deze dag voorbij was. De dag waar ik
zo tegenop had gezien was minder zwaar dan de weken ervoor. ‘Een mens lijdt het
meest van het lijden dat hij vreest’ staat op een oudhollandse tegeltje. En het
klopte. Ik was opgelucht dat ik dit eerste jaar had overleefd. Dat we alle
moeilijke dagen nu een keer hadden gehad. Vanaf nu gingen we alles voor de
tweede keer doen. En wist ik wat er komen ging.
Ik hoor van heel veel moeders dat ze aanhikken tegen dit
soort dagen. Dat het moeilijk is om een invulling te geven. Ga je herdenken of
ga je het leven vieren? Is er taart of valt er niets te vieren? Nodig je mensen
uit of liever niet? Doe je een speciaal ritueel of kijk je wat de dag je
brengt?
Het kan houvast geven om hier alvast over na te denken.
Zodat je weet wat er gaat komen. Je emoties kun je moeilijk sturen, maar je
kunt wel de omstandigheden creëren waar jij je prettig bij voelt. Als je nu
alvast bedenkt wat je die dag gaat doen, hoef je daar in ieder geval niet meer
wakker van te liggen.
Voor mij is het komende maand de vierde keer en ben ik er niet meer zo mee bezig als de eerste jaren. Er gaan maanden voorbij dat ik niet meer stil sta op de 16e, terwijl ik wel elke dag aan Hugo denk. Op 16 april schrijven we Hugo officieel in als onze zoon. Een mooi moment. Ik kijk er niet tegenop. Uiteindelijk is het een dag als alle andere. Alleen met een klein gouden randje.