Ik ben net zoals jij

door | feb 28, 2020 | Blog | 0 Reacties

Rouwen. Iedereen doet het anders. Er is geen goed of fout. De manier waarop ik het zelf heb gedaan, heeft me geïnspireerd om me er beroepsmatig in te verdiepen en er uiteindelijk zelfs mijn werk van te maken.

Ik weet hierdoor als deskundige veel van rouw en verlies. Maar uiteraard ook uit eigen ervaring. Ik probeer die twee altijd van elkaar te scheiden. Jouw verhaal en jouw verdriet is niet van mij. Het helpt me vaak wel. Juist doordat ik weet waar je doorheen gaat, kan ik veel gerichter hulp bieden.

Wat heel veel ouders tegen me zeggen is: ‘Ik wil graag staan waar jij bent, maar ik ben bang dat ik daar nooit ga komen.’ Ik wil je geruststellen als je dit denkt. Ik werd niet wakker op een dag en voelde me zoals ik me nu voel. Ik was niet van de ene op de andere dag ineens weer gelukkig. Daar is een lang en intensief rouwproces aan vooraf gegaan. Ook ik ben enorm verdrietig, boos, onzeker en teleurgesteld geweest. Ik ben net zoals jij, alleen inmiddels een paar stappen verder.

Om je dat te laten zien, deel ik een stukje uit mijn persoonlijke dagboek met je. Het geeft aan dat ik me niet altijd zo heb gevoeld als dat ik nu doe en dat ik ook heb geworsteld met alle tegenstrijdige gevoelens en emoties. Er kan een hoop gebeuren in 5 jaar. Heb vertrouwen. Ook jij kunt komen waar ik ben. En ik wil en kan je daar met alle liefde bij helpen.

Uit mijn dagboek:

Hand in hand lopen we over de Champs-Elysées. Een aantal jaren geleden woonde ik voor een half jaar in Parijs, dus ik ken de stad op mijn duimpje. Ik ben gek op Parijs. De stad van de liefde, van de romantiek op elke straathoek, een stad waar ik elk jaar weer naar terug wil omdat het me elke keer weer betovert. Toch is de betovering nu even verbroken.

We zijn net 2 weken in Zuid-Frankrijk geweest, samen met mijn ouders. We hadden geen zin, we gingen toch. Het had allemaal zo anders moeten zijn. Maar thuisblijven was ook geen optie. Als afsluiter blijven we nog een weekend in Parijs. Het is leuk, maar echt genieten kan ik nog niet. We zitten te eten op een typisch Frans terras aan een veel te klein tafeltje. Ineens voel ik iets. Ik kan het niet beschrijven. Het is geen kramp, geen steek, geen pijn. Het is meer een gevoel. Een lichte paniek overvalt me. Het zal toch niet? De afgelopen 4 maanden heb ik constant gedacht aan dit moment, maar nu het zo dichtbij komt slaat de twijfel toe. De gynaecoloog had gezegd dat we minstens een half jaar moesten wachten, een andere arts adviseerde een jaar in verband met de keizersnede. Kan mijn lichaam dit wel aan? Kan ik dit wel aan?

Ik voel me schuldig. Hoe kan ik nu alweer verlangen naar een nieuwe baby, terwijl Hugo pas 4 maanden geleden is overleden? Moet ik niet veel langer rouwen en verdrietig zijn, voordat ik ook maar mag denken aan een nieuwe zwangerschap? De realiteit is dat ik er al aan denk sinds de dag dat hij overleed. Niet om hem te vervangen. Dat kan niet en dat wil ik niet. Maar wel om al die ingehouden moederliefde die Hugo niet meer kunt ontvangen, aan een ander kindje te mogen geven. 

We kopen een Franse zwangerschapstest, precies zoals we dat een jaar geleden in een winkel in Griekenland deden. Op de badkamer van ons hotel pak ik hem uit en bestudeer ik de handleiding. Niet dat ik die nodig heb, ik weet heel goed hoe dit werkt. Na een hele lange minuut wachten komt het antwoord. Negatief. Net zoals een jaar geleden op die hotelkamer in Griekenland. Ik ben opgelucht en teleurgesteld tegelijk. Wat is het soms verwarrend. Ik gooi het hele zootje in de prullenbak. We gaan de stad in. Bestellen een fles wijn. We proosten op het leven en op het leven dat er niet is. Het is goed zo. Voor nu.