Herken je dat? Dat je ineens overal zwangere vrouwen en
baby’s ziet? Je kunt geen winkel in zonder te struikelen over de happy mama’s
met hun veel te hippe kinderwagens. Op je werk vertelt de ene na de andere
collega zwanger te zijn. Ook in je eigen vrienden en familie kring is het
contant raak. Je Facebook tijdlijn kan de hoeveelheid echo foto’s niet eens
bijhouden. En als je dan eindelijk rustig op de bank zit, wisselen de luier en
speelgoed reclames elkaar af. Het lijkt wel alsof iedereen zwanger is en ook
nog gewoon gezonde kinderen krijgt, terwijl het voor jou zo ver weg lijkt op
dit moment. Het verliezen van je baby heeft je verlangen om voor een kindje te
mogen zorgen nog veel groter gemaakt lijkt het wel. En het is best
confronterend als je dat de hele dag om je heen ziet, maar het zelf niet hebt.
Je gunt het ze natuurlijk allemaal. Maar je gunt het jezelf
misschien nog wel een tikkeltje meer. Het is best moeilijk om toe te geven dat
je jaloers bent. We zijn opgevoed met het idee dat jaloersheid een zonde is.
Terwijl het je eigenlijk alleen maar vertelt wat je graag zou willen. Het kan
dus ook heel erg helpen als je op zoek bent naar wat je eigenlijk wilt. Jaloersheid
is een hele menselijke emotie. Schaam je er niet voor. Bovendien bén jij niet
je gedachten, je hebt ze alleen maar. Dat is een wezenlijk verschil.
Maar hoe kan het nou dat je ineens overal baby’s ziet?
Die reclames, kinderwagens en zwangere vrouwen waren er natuurlijk altijd al. Maar
omdat je er nu zo mee bezig bent, valt het je pas op. Ga maar eens letten op
rode auto’s. Waarschijnlijk zijn ze je nog nooit opgevallen, maar als jij je
brein een seintje geeft hierop te letten, zie je ze ineens overal opduiken.
Trucje van je onderbewuste. Kun je niet zoveel aan doen.
Ik werd er gek van. Keek constant de andere kant op,
zapte weg, feliciteerde iedereen, maar brak thuis in tranen uit. Totdat ik het
om ging draaien. Elke moeder, elke baby, elke zwangere vrouw, was het bewijs
dat het mogelijk was! Als er zoveel vrouwen een gezonde baby kregen, dan moest
dat mij toch ook lukken de volgende keer? Ik wist realistisch gezien dat de
kans op een levende baby heel veel groter was dan de kans dat het opnieuw fout
zou gaan, maar pas toen ik het bewijs overal op straat om me heen zag, ging ik
het echt geloven.
Voortaan keek ik niet meer weg. Maar zag ik de hoop. Mijn hoop op een lieve kleine baby in een kinderwagen. Mijn hoop dat ik op een dag op zoek moest naar de goedkoopste luiers of het beste speelgoed. Mijn hoop op een gelukkig gezin. Soms kan een andere manier van kijken, je hele perspectief veranderen. Is dat makkelijk? Nee. Maar het alternatief is misschien nog wel moeilijker.