Ik ben van nature nogal praktisch ingesteld. Als er iets mis gaat, zoek ik naar een oplossing. Gaat er iets stuk? Dan kijk ik hoe ik het kan maken. Ga ik naar een winkel. Of nog beter, kijk ik waar ik online een nieuwe kan bestellen, het liefst vandaag nog bezorgd. Ruzie met iemand? Ik vraag hoe ik het beter kan maken. Heb ik iets stoms gedaan? Ik bied mijn excuses aan. Op zoek naar een nieuwe uitdaging? Dan emigreer ik toch naar Afrika? Zodra er een probleem is, zoek ik automatisch naar een oplossing. Ik ben daarin niet uniek. Ons brein houdt van oplossen. Dingen in een hokje stoppen, label erop, en klaar. Dat houdt het overzichtelijk en dat geeft rust.
En toen overleed mijn prachtige baby plotseling. Ik kwam in een situatie terecht die onbekend was en die ik niet in een hokje kon stoppen. Ik kon er al helemaal geen label opplakken, ook omdat er nooit een duidelijke oorzaak werd gevonden.
Ik was in verwarring. Ik had altijd alles kunnen oplossen en hier bleek geen oplossing voor te zijn. Het heeft lange tijd geduurd voordat ik inzag waar het mis ging in mijn hoofd. Ik was heel hard op zoek naar een oplossing, terwijl ik geen probleem had.
Huh? Hoezo? Geen probleem?
Een probleem is een situatie die een oplossing nodig heeft. Is het niet op te lossen? Dan is er dus ook geen probleem.
De realiteit is dat rouw geen probleem is dat je op kunt lossen. En de veelgebruikte termen in periodes van rouw suggereren dat wel: verwerken, loslaten, en de ergste: een plekje geven. Alsof het over gaat. Weggestopt kan worden. Deze termen worden nog steeds veelvuldig gebruikt. Vooral omdat iedereen snapt wat je bedoeld. Maar het slaat de plank volledig mis.
Onze samenleving is nogal gericht op oplossen. De termen loslaten, verwerken en een plekje geven zijn dan ook hierop gericht. Terwijl dat dus eigenlijk helemaal niet kan.
Eigenlijk is er maar één oplossing: accepteren dat er geen oplossing is. Dat het is gebeurd en dat je daar niets aan kunt veranderen. Je hebt geen probleem, maar een ongewenste ervaring. Die kun je verweven in je leven, maar nooit verwerken. Dat doe je met aardappels. Of wortels. Om in sfeer van de boerenprotesten te blijven.
Er is geen oplossing. Geen quick fix. Hoe graag ik je die ook zou willen geven. Je zult moeten leren leven met het feit dat het is gebeurd. Dat kost tijd, energie en vaak een hoop tranen. En ik vind de woorden ‘je moet er maar mee leren leven’ vreselijk. Dat klinkt voor mij alsof ik er niets aan kan doen. Als iets waar ik geen controle op heb. En laat ik nou juist gek zijn op controle.
En weet je hoe ik dat oplos? 😉
Door zélf de keuze te maken dat ik met liefde en trots wil terugkijken op wat me is overkomen. Dat ik niet de rest van mijn leven in pijn en verdriet wil terugdenken aan mijn zoon. Dat is een beslissing. Iets waar ik zelf voor kies. Een beslissing die alleen ík kan maken. Dat is ook ermee leren leven, maar dan wel op mijn manier.
Het leven zal nooit zonder problemen of uitdagingen zijn. Maar als je geen energie meer hoeft te stoppen in het oplossen van je verdriet, dan komt er ineens ruimte. Ruimte om te voelen. Ruimte om te rouwen. Stop met zoeken naar een oplossing en stop met vechten tegen dat wat je niet kunt oplossen. Pas dan kun je het verlies verweven in je leven.
Owja, en het antwoord op de vraag of ik het al een plekje heb gegeven? Ja, in mijn hart.
Of zoals een vader van een overleden zoontje het laatst verwoordde: ‘Ja, op de schoorsteenmantel’.